Economische delicten

Artikel 1 van de Wet op de economische delicten (WED) beschrijft wat onder economische delicten valt.  Zoals bijvoorbeeld overtredingen of misdrijven op grond van de Wet Dieren, Luchtvaartwet, Telecommunicatiewet,  het Vuurwerkbesluit, de Wet milieubeheer, de Wet natuurbescherming en de Wet op de Kansspelen, etc.

Een zaak op grond van de Wet op de economische delicten vindt meestal plaats bij de economische politierechter of de economische kamer van de rechtbank. In veel gevallen kan het zelfs voorkomen dat de straf voor een delict op basis van de WED hoger is dan de straf op basis van de overige wetgeving, zoals hierboven genoemd. 

De Wet op de economische delicten bevat naast een opsomming van misdrijven en overtredingen ook de bepalingen over de straffen die op basis van deze wet kunnen worden opgelegd. Afhankelijk van de ernst van het delict kan dit oplopen tot maximaal 6 jaar gevangenisstraf of een (zeer) forse geldboete.